Feature van Lisette Blankestijn over de Creative Commons licenties in de CEDAR (Centrum voor Dienstverlening Auteurs en aanverwante Rechten) Nieuwsbrief 2004-3
Dat filesharing door middel van P2P-netwerken veel schade berokkent aan auteursrechthebbenden en producenten, is geen nieuws. Hoe kan het auteursrecht ook in het digitale tijdperk gehandhaafd worden, zonder daarbij de belangen van de downloadende consument uit het oog te verliezen? Een van de mogelijkheden is het gebruik van Digital Rights Management. Een vriendelijke variant daarvan is Creative Commons.
Met Creative Commons behoudt de maker van een werk het auteursrecht, maar stelt zijn werk (of een deel ervan) ter beschikking aan derden onder voorwaarden waar hij voor gekozen heeft Met eenvoudige symbolen geeft hij bijvoorbeeld aan of hij naamsvermelding eist, of het werk voor commerciële doeleinden gebruikt mag worden, en of anderen zijn werk mogen bewerken. De maker plaatst het gewenste symbool op zijn website, en de maker weet waar hij aan toe is. Het systeem wil de uitwisseling van auteursrechtelijk beschermde werken stimuleren, zonder daarbij inbreuk te maken op het auteursrecht van de makers. Creative Commons (CC) is een van oorsprong Amerikaans licentiemodel, dat afgelopen zomer in Nederland is geïntroduceerd. Het Instituut voor Informatierecht (IvIR) heeft in samenwerking met De Waag Society en Nederland Kennisland Nederlandse versies van de CClicentie ontworpen.
‘Vrije distributie kan belangrijker zijn dan geld verdienen’
Prof. mr. Bernt Hugenholtz, hoogleraar Informatierecht bij IvIR stond aan de wieg van de Nederlandse versie van Creative Commons. Aan hem de vraag hoe belangrijk CC zal zijn. Hugenholtz: “Naar mijn mening is CC vooral aantrekkelijk voor auteurs die nog naam moeten maken, en daardoor meer gebaat zijn bij grootschalige vrije distributie van hun werken via het internet dan bij krampachtig vasthouden aan het auteursrecht. In veel gevallen zal het daarbij gaan om auteurs die (nog) geen exploitatieovereenkomst met uitgevers of producenten zijn aangegaan. Maar ook ‘gearriveerde’ auteurs, die niet (meer) van het auteursrecht hoeven te leven of verspreiding van hun werk belangrijker vinden dan (nog meer) geld verdienen, maken gebruik van CC-licenties. Zo is de bekende Braziliaanse componist Gilberto Gil – tegenwoordig minister van Cultuur van Brazilië – een fervent voorstander en gebruiker van CC.””Binnenkort vindt overigens overleg plaats tussen Nederlandse vertegenwoordigers van CC en Buma/Stemra,”vervolgt Hugenholtz, “om te onderzoeken of de aansluitcontracten wellicht zo kunnen worden aangepast dat aangeslotenen toch bepaalde werken via Creative Commons mogen verspreiden. Dat veel aangeslotenen hieraan behoefte hebben, bleek duidelijk tijdens de introductiebijeenkomst van CCNL, op 18 juni jl. in Amsterdam.”
Er gaan geluiden op dat Creative Commons niet altijd ‘veilig’ is voor de auteur. Producenten zouden die prachtige eenvoud juist misbruiken om de auteurs allerlei rechten uit de zak te kloppen. Hugenholtz benadrukt dat Creative Commons gebruik maakt van een licentiemodel. “Er worden dus geen rechten ‘weggegeven’. Als de auteur kiest voor de optie ‘geen commercieel gebruik’, hetgeen in de praktijk de meest gekozen optie is, kan een producent het onder CClicentie verspreide werk dus niet exploiteren. Verder zal het voor de meeste producenten ook om andere reden onaantrekkelijk zijn om een CC-werk in exploitatie te nemen; er kan immers geen sprake zijn van exclusiviteit.”
‘Het moet een oprechte vrije keuze zijn’
Hoe kijkt CEDAR aan tegen een dergelijke individuele vorm van rechtenbeheer? André Beemsterboer: “Creative Commons heeft nut voor wetenschappelijke auteurs en een niche markt van andere auteurs die een vrije verspreiding van hun werk willen stimuleren. Zij moeten dan wel een oprechte vrije keuze kunnen maken om met Creative Commons bepaalde vormen van gebruik toe te staan. De BBC heeft zijn freelancers onder druk gezet om met CC-licenties hun archieven te ontsluiten, en veel van die makers hebben nu spijt dat ze voor die druk zijn gezwicht. Bovendien: het handhaven van die licenties is een individuele zaak. Hoe kan die auteur nu controleren of zijn naam wordt vermeld? Hij draait zelf voor die kosten op. CEDAR volgt Creative Commons als aanzet tot individueel beheer met belangstelling, maar grote consequenties voor ons bedrijf zal Creative Commons niet hebben.”