Het United States Court of Appeals for the Federal Circuit (CAFC), deed deze week een baanbrekende uitspraak door te stellen dat inbreuk op de voorwaarden die gesteld worden in ‘publieke licenties’ wel degelijk vervolgbaar zijn als inbreuk op het auteursrecht. Het hof verwees in haar uitspraak in de zaak Jacobsen vs. Katzer expliciet naar Creative Commons licenties.
Open content licenties zoals CC – en open source licenties zoals bijvoorbeeld de software licentie GPL – stellen voorwaarden aan het gebruik van materiaal. Vaak is een voorwaarde dat verwezen wordt naar de maker van het oorspronkelijke werk. Wie zich niet aan die voorwaarden houdt, pleegt, zo stelt deze uitspraak, inbreuk op de auteursrecht van de gebruiker. In een eerdere uitspraak door een lager gerechtshof werd nog gesteld dat dit slechts contractbreuk was.
Hiermee wordt indirect ook de opvatting van de Amsterdamse rechtbank bevestigd die in de zaak Curry vs. Weekend bepaalde dat het niet navolgen van de NietCommercieel bepaling van een Creative Commons licentie gelijk staat aan inbreuk maken op het auteursrecht van de licentiegever.
Deze uitspraken tonen aan dat werk dat vrijgegeven wordt onder een Creative Commons licentie even ‘sterk’ beschermd is als werk waarvan alle rechten voorbehouden zijn. Mede-oprichter van Creative Commons Lawrence Lessing verwoord het op zijn blog als volgt:
“… When you violate the condition, the license disappears, meaning you’re simply a copyright infringer. This is the theory of the GPL and all CC licenses. Put precisely, whether or not they are also contracts, they are copyright licenses which expire if you fail to abide by the terms of the license.”
Het CAFC stelt volgens een bericht van Creatve Commons in de VS daarnaast dat het veronachtzamen van verwijzing naar de auteur economische- en reputatieschade oplevert voor de maker van het oorspronkelijke werk. Hierin bevestigd het hof dat verwijzing een basaal economisch principe is op het internet en een waardevol economische recht in de kenniseconomie.
Creative Commons stuurde een ‘friends of the court’ brief in deze zaak, waarin ze samen met de cosponsors van de Linux Foundation, the Open Source Initiative, het Software Freedom Law Center, de Perl Foundation en de Wikimedia Foundation de casus uitwerkten.